De schouder is de verbinding tussen de arm en de romp. Het bestaat uit 4 gewrichten waarvan het glenohumerale gewricht het belangrijkste is. Dit bestaat uit een bol (de humerusknop) en een relatief klein kommetje (het glenoid). De bol wordt op zijn plaats gehouden door een kapsel, gewrichtsbanden en verschillende spieren (de rotatorcuff).

De samenwerking tussen al deze structuren maakt van de schouder het meest beweeglijke gewricht van ons lichaam.

Mede door de grote beweeglijkheid is schouderpijn een veel voorkomend probleem.

Schouder


Aandoening

Impingement (inklemming) is de meest frequente oorzaak van schouderpijn. Bij bewegingen boven schouderniveau klemt de schouderpees (rotatorcuff) tegen het beenderig dak van het schouderblad (acromion). Er ontstaat een ontsteking (verdikking) van de pees van van de slijmbeurs waardoor de ruimte boven de pees nog nauwer wordt en er een vicieuze cirkel ontstaat (zie foto). Bovenarmsporten of repetitieve bewegingen boven schouderniveau (metsen, schilderen, poetsen, ...) kunnen een inklemming uitlokken. Indien hte acromion sterker gebogen is (aangeboren) of een aanwas vertoont (door veroudering) verhoogt dit de kans op inklemming.

Impingement kan echter ook ontstaan zonder anatomische afwijkingen. Wanneer de schouderspieren niet in balans zijn en onvoldoende zijn ontwikkeld ontstaat een migratie van de humeruskop tegen het acromion (secundaire impingement).

Impingement

Symptomen

De klachten ontstaan vaak na een overbelasting (sneeuw ruimen, schilderen, ...). De pijn situeert zich vooral aan de zijkant en voorkant van de bovenarm. De klachten worden vooral veroorzaakt bij bewegingen boven schouderniveau of achter het lichaam. Heel vaak gaat dit gepaard met nachtelijke pijn.

Diagnose

Uw arts kan door de schouder te onderzoeken een aantal klinische tests uitvoeren die positief zijn bij een impingement. De volgende stap is het nemen van een röntgenfoto en echografie van de schouder. Bij twijfel of vermoeden van een andere diagnose wordt een scan (CT of NMR) aangevraagd. Vaak wordt hiervoor door de radioloog een inspuiting met contrast gegeven in de schouder om de anatomische structuren beter te evalueren.

Behandeling

Conservatieve behandeling

In de eerste plaats zal gestart worden met een conservatieve behandeling. In de acute fase zullen rust, ijs en ontstekingsremmers worden voorgeschreven. Kinesitherapie (met de nadruk op versterkende oefeningen van de schoudergordel) is een belangrijke schakel in de genezing. Corticoidinfiltraties kunnen de inflammatie (onstekingsreactie) sterk doen afnemen.

Operatie

Indien er onvoldoende verbetering is ondanks een doorgedreven convervatieve behandeling wordt een operatie overwogen. Via een kijkoperatie (enkele gaatjes van +- 4mm) wordt de slijmbeurs weggenomen en de ruimte boven de rotatorcuff groter gemaakt door een stukje van het beenderig dak (acromion) af te schrapen. Deze ingreep gebeurt onder algemene verdoving, eventueel in combinatie met een lokale verdoving (een prik in de hals). Men mag meestal dezelfde dag of de dag nadien het ziekenhuis verlaten. Er mag onmiddellijk begonnen worden met progressieve mobilisaties van de schouder. De revalidatie bedraagt 2 tot 4 maanden.

Na de operatie kan een verstijving van de schouder ontstaan (frozen shoulder) waarvoor intensieve kinesitherapie zal worden gegeven.

Er bestaat een klein risico op blijvende pijnklachten. Andere complicaties zoals infectie, wondproblemen, zenuwletsels, ... komen slechts zelden voor.


Aandoening

Er kunnen spontaan verkalkingen ontstaan in het peesblad van de schouder (rotatorcuff). De oorzaak hiervoor is nog niet duidelijk. Deze verkalkingen zijn vaak pijnloos en onschuldig. Indien ze echter te groot worden, kunnen ze druk geven op de pees en door de volumetoename ook impingement (inklemming) veroorzaken. Dit geeft uiteraard wel pijnklachten. In sommige gevallen kan de verkalking spontaan vrijkomen in de ruimte boven de pees. Het lichaam reageert hierop met een hevige en zeer pijnlijke ontstekingsreactie.

Verkalkin

Symptomen

De klachten worden vooral veroorzaakt bij bewegingen boven schouderniveau of achter het lichaam. De pijn situeert zich vooral aan de zijkant en voorkant van de bovenarm. Heel vaak gaat dit gepaard met nachtelijke pijn. In de acute fase, waarbij er kalk vrijkomt in de ruimte boven de pees, is de pijn vaak ondraaglijk.

Diagnose

Uw arts kan door de schouder te onderzoeken een aantal klinische tests uitvoeren die positief zijn bij een verkalking van de rotatorcuff. Op een röntgenfoto en echografie zijn de verkalkingen goed zichtbaar.

Behandeling

Conservatieve behandeling

In de eerste plaats zal gestart worden met een convervatieve behandeling. In de acute fase zullen rust, ijs en ontstekingsremmers worden voorgeschreven. Corticoidinfiltraties worden gegeven om de ontstekingsreactie te doen afnemen maar zullen de verkalkingen niet doen oplossen. Met ESWT (Extracorporeal Shock Wave Therapy) kan men trachten de verkalking op te lossen. Hierbij worden met een apparaat hoogenergetische geluidsgolven op de verkalking gericht om zo deze te verbrijzelen (te vergelijken met niersteenverbrijzeling).

Operatie

Indien er onvoldoende verbetering is ondanks een doorgedreven conservatieve behandeling wordt een operatie overwogen. Via een kijkoperatie (enkele gaatjes van +- 4mm) kan de verkalking worden weggenomen. Deze ingreep gebeurt onder algemene verdoving, eventueel in combinatie met een lokale verdoving (prik in de hals).

Men mag meestal dezelfde dag of de dag nadien het ziekenhuis verlaten. Er mag onmiddellijk begonnen worden met progressieve mobilisaties van de schouder. De revalidatie bedraag 2 tot 4 maanden. Na de operatie kan een verstijving van de schouder ontstaan (frozen shoulder) waarvoor intensieve kinesitherapie zal worden gegeven. Er bestaat een klein risico op blijvende pijnklachten. Andere complicaties zoals infectie, wondproblemen, zenuwletsels, ... komen slechts zelden voor.


Aandoening

Een scheur van de rotatorcuff (schouderpees) kan ontstaan door een chronische inklemming. Hierdoor verdunt de pees en kan ze uiteindelijk scheuren. De scheur kan echter ook plots ontstaan na een val of een trekbeweging (zie foto). Een scheur doorheen de volledige dikte van de pees geneest niet spontaan. Deze blijft in het beste geval stabiel of zal langzaam toenemen. Indien een pees te lang (maanden/jaren) is afgescheurd wordt deze stijf en is een herstel niet meer mogelijk. Bij jonge mensen wordt een rotatorcuffscheur dan ook best altijd hersteld. Bij oudere mensen wordt de beslissing om te opereren bepaald door verschillende factoren. Indien de patiënt nog zeer actief is, hij een goede kwaliteit van pees heeft en de klachten niet verbeteren met niet-operatieve middelen, zal een herstel van de rotatorcuff worden uitgevoerd. Er zijn echter veel oudere mensen die een scheur van de rotatorcuff hebben zonder hiervan last te hebben.

Scheur

Symptomen

De pijn situeert zich vooral aan de zijkant en voorkant van de bovenarm. De klachten worden vooral veroorzaakt bij bewegingen boven schouderniveau of achter het lichaam. Heel vaak gaat dit gepaard met nachtelijke pijn. Wanneer de scheur groter wordt, zal dit ook gepaard gaan met krachtverlies in de schouder. In een vergevorderd stadium is er een ernstig functieverlies van de schouder waarbij de schouder nog met moeite omhoog kan worden gebracht.

Diagnose

Uw arts kan door de schouder te onderzoeken een aantal klinische tests uitvoeren die positief zijn bij een rotatorcuffscheur. De volgende stap is het nemen van een röntgenfoto en echografie van de schouder. Om de scheur beter te beoordelen wordt vaak een scan (CT of NMR) aangevraagd. Hiervoor wordt door de radioloog een inspuiting met contrast gegeven in de schouder om de anatomische structuren beter te evalueren.

Behandeling

Niet operatief

In de acute fase zullen rust, ijs en ontstekingsremmers worden voorgeschreven.
Kinesitherapie (met de nadruk op de versterkende oefeningen van de schoudergordel) is een belangrijke schakel in de genezig. Door andere spieren van de rotatorcuff te trainen kan de functie van de gescheurde pees deels worden overgenomen.

Corticoidinfiltraties kunnen de inflammatie (ontstekingsreactie) sterk doen afnemen.

Operatief

Bij jonge mensen of bij ouderen met blijvende klachten zal een herstel worden uitgevoerd van de rotatorcuff. Dit kan via een open procedure of een kijkoperatie. Op onze dienst wordt dit in de meeste gevallen via een kijkoperatie (enkele gaatjes van +- 4mm) gedaan.

Met kleine botankers (schroefjes met draden aan) wordt de pees opnieuw vastgehecht aan de bovenarm. Deze ingreep gebeurt onder algemene verdoving, eventueel in combinatie met een lokale verdoving (prik in de hals).

Men mag meestal 1 of 2 dagen nadien het ziekenhuis verlaten. Na de operatie wordt een draagdoek met of zonder een klein kussen voorzien voor de duur van +- 6 weken.

Er mag onmiddellijk begonnen worden met voorzichtig pendelen van de schouder. Na enkele weken zal kinesitherapie gestart worden. De eerste 4 à 6 weken mag je de schouder niet zelf opheffen (wel geassisteerd door de gezonde arm of door de kinesist). Na 6 weken zal de kinesitherapie worden opgedreven om de beweeglijkheid volledig te herwinnen. Na 3 maanden zal de nadruk vooral liggen op het herwinnen van de kracht. De revalidatie bedraagt minsten 4 tot 6 maanden.

Na de operatie kan een verstijving van de schouder ontstaan (frozen shoulder) waarvoor intensieve kinesitherapie zal worden gegeven. Er bestaat een klein risico op blijvende pijnkrachten en krachtsverlies. Andere complicaties zoals infectie, wondproblemen, zenuwletsels, ... komen slechts zelden voor.
Het is belangrijk te beseffen dat deze ingreep gepaard gaat met een lange revalidatie. Een positieve ingesteldheid en gemotiveerde revalidatie zullen het herstel zeer gunstig beïnvloeden!


Aandoening

Een frozen shoulder (bevroren schouder) is een overdreven ontstekingsreactie van het schouderkapsel (zie foto). Hierdoor zal het kapsel verdikken en de schouder ernstig verstijven. Dit fenomeen kan spontaan ontstaan zonder duidelijke oorzaak. Het kan echter ook ontstaan na een trauma van de schouder of langdurige schouderpijn. De aandoening komt vaker voor bij mensen met suikerziekte, schildklierlijden, herseninfarct en andere medische aandoeningen.

Frozen shoulder

Symptomen

Een frozen shoulder bestaat meestal uit 3 fazen. In een eerste fase, die tot 6 maanden kan duren, zal de schouder progressief verstijven. Dit kan initieel gepaard gaan met veel pijn. In een volgende fase zal de pijn afnemen maar de verstijving zal blijven (+- 6 maanden). In een derde fase zal de schouder langzaam ontdooien en de beweeglijkheid toenemen en geleidelijk normaliseren. Dit proces kan tot 2 jaar duren.

Diagnose

De diagnose is vaak eenvoudig te stellen door een klinisch onderzoek. De volgende stap is het nemen van een röntgenfoto en echografie van de schouder om onderliggende afwijkingen uit te sluiten.

Behandeling

In de acute fase zullen rust, ijs en ontstekingsremmers worden voorgeschreven.
Kinesitherapie wordt in de acute fase voorzichtig opgestart. In een volgende fase kunnen intensieve stretchoefeningen worden gegeven. Corticoidinfiltraties in het gewricht geven vaak een zeer gunstig resultaat.

Bij onvoldoende beterschap wordt in zeldzame gevallen een operatieve ingreep overwogen. Hierbij wordt via een kijkoperatie (enkele gaatjes van +- 4mm) het kapsel circulair los geknipt. Deze ingreep gebeurt onder algemene verdoving, eventueel in combinatie met een lokale verdoving (prik in de hals).

Men mag meestal 1 of 2 dagen nadien het ziekenhuis verlaten. Er zal onmiddellijk postoperatief intensieve kinesitherapie worden gestart om te voorkomen dat het kapsel opnieuw verkleefd. Complicaties zoals infectie, wondproblemen, zenuwletsels, ... komen slechts zelden voor.


Aandoening

De schouder is een zeer mobiel gewricht maar hierdoor ook zeer instabiel. De schouder heeft in verhouding tot de bol (humeruskop) een relatief klein kommetje (glenoid). De bol wordt dan ook op zijn plaats gehouden door een extra bumper (labrum), het kapsel, gewrichtsbanden en de rotatorcuffspieren. De schouder kan door een trauma (val, overstretching, ...) ontwrichten. Bij mensen met een aangeboren laxiteit kan de schouder echter ook reeds ontwrichten bij dagelijkse bewegingen. Wanneer de schouder de neiging heeft om uit de kom te gaan maar net op de rand terug reduceert spreekt men van een subluxatie. De schouder kan instabiel aanvoelen zonder dat er ooit sprake is geweest van een (sub)luxatie.

Bij een traumatische schouderluxatie is er vaak een beschadiging van de verschillende structuren. In de meeste gevallen is er een scheur in de bumper (labrum) van de schouder. Dit noemt met een "Bankart-letsel". De gewrichtsbanden stretchen of scheuren. Er ontstaat vaak een deuk achteraan in de kop ten gevolge van een compressie tegen het kommetje. Dit noemt met een "Hill-Sachs-letsel". Bij oudere mensen kan er een scheur van de rotatorcuff ontstaan. Tenslotte kan het kommetje (glenoid) een breuk vertonen. Zelden ontstaat een letsel van de zenuw of bloedvaten (zie foto).

In de overgrote meerderheid van de gevallen ontwricht de schouder naar voor. Bij een epilepsie-aanval of per uitzondering kan de schouder ook naar achter ontwrichten.

Indien met op jonge leeftijd (jonger dan 30 jaar) een schouderluxatie heeft gehad, is er een duidelijk verhoogde kans dat dit zich op termijn opnieuw zal voordoen.

Schouder 6

Symptomen

Bij een schouderluxatie kan men de schouder niet meer bewegen en is deze vaak gefixeerd in een bepaalde positie. Bij een instabiliteit van de schouder wordt pijn uitgelokt bij extreme bewegingen (abductie, exorotatie).

Diagnose

Uw arts kan door de schouder te onderzoeken een aantal klinische tests uitvoeren die positief zijn bij een instabiliteit van de schouder.

Bij een schouderluxatie kan de diagnose vaak klinisch worden gemaakt. De volgende stap is het nemen van een röntgenfoto om onderliggende breuken uit te sluiten alvorens de schouder te reduceren.

Bij blijvende instabiliteit of herhaalde ontwrichtingen wordt een scan (CT of NMR) aangevraagd. Hiervoor wordt door de radioloog een inspuiting met contrast gegeven in de schouder om de anatomische structuren beter te evalueren.

Behandeling

Een acute schouderluxatie zal onder lichte verdoving terug worden gereduceerd met een tractiemanoeuvre. Nadien zal een draagdoek worden gegeven en een korte periode van immobilisatie. Nadien zal gestart worden met kinesitherapie waarbij de spieren van de schoudergordel worden versterkt om een nieuwe ontwrichting te voorkomen.

In geval van blijvende instabiliteit of herhaalde luxaties zal een operatief herstel worden overwogen. De beslissing om te opereren en het type van operatie hangt af van de letsels, de leeftijd van de patiënt, zijn graad van activiteit en zijn sportactiviteiten.

Bij een stabilisatie van de schouder wordt ofwel de bumper herteld (Bankartherstel) ofwel een botblokje vooraan geplaatst (Bristow-Latarjet).

Bankartherstel

Een Bankartherstel kan via een open procedure of een kijkoperatie. Op onze dienst wordt dit in de meeste gevallen via een kijkoperatie (enkele gaatjes van +- 4mm) gedaan. Met kleine botankers (schroefjes met draden aan) wordt de bumper (labrum) opnieuw vastgehecht aan het kommetje.

Deze ingreep gebeurt onder algemeen verdoving, eventueel in combinatie met een lokale verdoving (prik in de hals). Men mag meestal de volgende dag het ziekenhuis verlaten.

Na de operatie wordt een draagdoek voorzien voor de duur van +- 4 à 6 weken. Er mag onmiddellijk begonnen worden met voorzichtig pendelen van de schouder. Na enkele weken zal kinesitherapie gestart worden. Na 3 maanden mogen de sportactiviteiten voorzichtig hervat worden. De revalidatie bedraagt minstens 3 tot 6 maanden. Na de operatie kan een verstijving van de schouder ontstaan (frozen shoulder) waarvoor intensieve kinesitherapie zal worden gegeven. Er bestaat een klein risico op recidiverende luxaties. Andere complicaties zoals infectie, wondproblemen, zenuwletsels, ... komen slechts zelden voor.

Bristow-Latarjet

Indien er een ernstig botverlies is vooraan op het kommetje wordt een Bristow-Latarjet procedure uitgevoerd. Hierbij wordt de processus coracoideus (beenderig uitsteeksel vooraan op het schouderblad) losgemaakt en met schroeven gefixeerd vooraan op het kommetje (glenoid). Hierdoor ontstaat er een beenderige bumper die een ontwrichting zal voorkomen.

Deze ingreep gebeurt onder algemene verdoving, eventueel in combinatie met een lokale verdoving (prik in de hals). Men mag meestal na 1 of 2 dagen het ziekenhuis verlaten.

Na de operatie wordt een draagdoek voorzien voor de duur van +- 4 à 6 weken. Er mag onmiddellijk begonnen worden met voorzichtig pendelen van de schouder. Na enkele weken zal kinesitherapie gestart worden. Na 3 maanden mogen de sportactiviteiten voorzichtig hervat worden. De revalidatie bedraagt minstens 3 tot 6 maanden. Na de operatie kan een verstijving van de schouder ontstaan (frozen shoulder) waarvoor intensieve kinesitherapie zal worden gegeven. Er bestaat een klein risico op recidiverende luxaties. Andere complicaties zoals infectie, wondproblemen, zenuwletsels, ... komen slechts zelden voor.


Aandoening

De schouder is (zoals elk gewricht) bekleed met een laag kraakbeen. Dit kraakbeen zorgt ervoor dat de bol van de schouder soepel in het kommetje gijdt. Wanneer er slijtage van het kraakbeen ontstaat, spreekt men van "artrose". Versleten kraakbeen kan niet meer hersteld worden.

Wat zijn de redenen voor het ontstaan van schouderartrose?

  • Spontaan: door ouderdom en erfelijke factoren (sommige mensen zijn hier gevoeliger voor)
  • Ten gevolge van een reumatische aandoening (bv: reumatoïde arthritis, tast meerdere gewrichten aan, zeer destructief)
  • Na een breuk in het schoudergewricht
  • Na een infectie van het gewricht
  • Na een avasculaire necrose van de schouderkop (afsterven van de kop door het onderbreken van de doorbloeding)
Schouder 7

Symptomen

Mensen met artrose van de schouder klagen van pijn in de schouder (vooral bij beweging), zwelling en verstijving van de schouder. Heel vaak gaat dit gepaard met nachtelijke pijn. De dagelijkse activiteiten (zich wassen, koken, poetsen, ...) worden hierdoor ernstig beperkt.

Diagnose

Uw arts zal eerst de schouder onderzoeken. De volgende stap is het nemen van een röntgenfoto. Hierop kan de diagnose vaak eenvoudig worden gesteld. Om de graad van slijtage beter te beoordelen, wordt een scan (CT of NMR) aangevraagd. Vaak wordt hiervoor door de radioloog een inspuiting met contrast gegeven in de schouder om de anatomische structuren beter te evalueren.

Behandeling

Conservatief

Het aangetaste kraakbeen kan niet hersteld worden. In de eerste plaats zal gestart worden met een conservatieve behandeling. Pijnstillers en ontstekingsremmers worden voorgeschreven. Met kinesitherapie kan de schouder soepeler worden gemaakt. Corticoidinfiltraties kunnen de inflammatie (ontstekingsreactie) sterk doen afnemen en hierdoor tijdelijk een zeer gunstig resultaat geven. kraakbeensupplementen oraal (glucosamine, chondroïtine) geven mogelijk een gunstig effect hoewel dit voor de schouder nog niet wetenschappelijk bewezen is. Er kunnen ook kraakbeensupplementen in gelvorm in het schoudergewricht worden gespoten (hyaluronzuur). Ook dit kan tijdelijk een gunstig resultaat geven.

Arthroscopie

Indien er onvoldoende verbetering is ondanks een doorgedreven conservatieve behandeling, wordt een operatie overwogen. Via een kijkoperatie (enkele gaatjes van +- 4mm) kan de schouder worden "opgekuist". Hierbij worden de losse stukjes kraakbeen verwijderd en de afbraakstoffen weggespoeld. Deze ingreep gebeurt onder algemene verdoving, eventueel in combinatie met een lokale verdoving (prik in de hals). Men mag meestal dezelfde dag of de dag nadien het ziekenhuis verlaten. Er mag onmiddellijk begonnen worden met progressieve mobilisaties van de schouder. Het resultaat zal sterk afhangen van de graad van slijtage en is vaak slechts tijdelijk. Na de operatie kan een verstijving van de schouder ontstaan (frozen shoulder) waarvoor intensieve kinesitherapie zal worden gegeven. Andere complicaties zoals infectie, wondproblemen, zenuwletsels, ... komen slechts zelden voor.

Schouderprothese

Indien de slijtage te ver gevorderd is en bij invaliderende klachten dient een schouderprothese te worden geplaatst. Hierbij worden de beschadigde gewrichtsoppervlakten vervangen door implantaten (meestal metaal en polyethyleen). Indien enkel de humeruskop is aangetast dient enkel de kop te worden vervangen. Dit kan door een hemiprothese of een stemloze prothese (resurfacing). Indien ook het kommetje (glenoid) is aangetast, dient een totale prothese te worden geplaats (foto). Wanneer niet alleen het kraakbeen is aangetast maar ook de schouderpees (rotatorcuff) onherstelbaar is beschadigd kan geen anatomische prothese worden geplaatst. De schouderprothese zou naar boven migreren en de functie van de schouder zou ernstig verstoord blijven omdat de schouderpees afwezig is. In dit geval dient een omgekeerde prothese (deltaprothese) te worden geplaatst. De bol van de prothese komt op de plaats van het kommetje en het kommetje komt op de bovenarm. Hierdoor wordt het scharnierpunt naar binnen verplaatst waardoor de hefboom van de deltaspier vergroot. Deze deltaspier kan zo de functie van de schouderpees overnemen en de arm doen opheffen (foto).

Het plaatsen van een schouderprothese gebeurt onder algemene verdoving. Men mag na enkele dagen het ziekenhuis verlaten. Er worden na de operatie onder leiding van de kinesist oefeningen gestart. De totale revalidatie duurt zeker 4 tot 6 maanden.

De pijnklachten worden met deze ingreep in de meeste gevallen zeer goed behandeld. De beweeglijkheid verbetert tot een functioneel niveau maar een volledig herstel van de mobiliteit in onwaarschijnlijk. Gekende complicaties zoals infectie, wondproblemen, zenuwletsels, ... komen slechts zelden voor. Na een aantal jaar (10 à 15 jaar) kan de prothese loskomen. Tenslotte bestaat er een klein risico op ontwrichting van de schouder.

Schouder laatste